28 maart 2023

Mattheus Passie en Bamisoep

 

Wat opmerkingen bij Bamisoep en de Mattheus

Het is Mattheus-tijd. De Mattheus is voor mij, naar het gevoel dan, de afsluiting van de winter en het echte begin van de lente. Dat kwam omdat die meestal in koude kerken werd uitgevoerd. Of zoals in het Concertgebouw op zondagmiddag en dan was de verwarming nog niet aan. Pas tegen het einde kreeg je het warm maar dat was vooral omdat ik mijn vader had horen zingen. Maat voor maat vibreerde dan mijn hele wezen mee.

Jaren Mattheus, gewoon omdat het niet anders kan. Met mijn moeder naar de radio luisteren, nou, ja, ze belde van te voren op en noemde dan de namen van de zangers en voorspelde dat het vast heel mooi zou worden. Op de radio zijn er ieder jaar meestal twee integraal te beluisteren. In mijn luister en nadenkkamer, heb ik er zeker nog vier op cd en een oneindig aantal op Spotify en diverse opnames die ik ooit opnam van geleende cd’s.

Ieder jaar luister ik er drie minstens helemaal en dan nog delen hier en daar. En dan wordt het buiten opeens zacht en aangenaam en is mijn honger gestild. Altijd weer, iedere uitvoering opnieuw, in koude kerken, wollige concertzalen of in mijn houten huis, verzucht ik eenmaal: “Van mij had Jezus best een keer mogen winnen.” Hoewel ik weet dat dat helemaal niet kan. Een levende Jezus legt al onze mensenproblemen immers bij hem, en dat zou zelfs voor Jezus teveel zijn. Nee, dan een God die niets doet, dat is veel beter. Dat is beetje als Rutte, niets doen en we stemmen er toch nog op.

“Wat is nou de mooiste uitvoering, Felix?” Krijg wat! Ik kom nog van groot en majestueus, vol orkest, massieve koren. En toen naar de barokke uitvoeringen op originele instrumenten. Oh wat een verademing was dat. Even. Inmiddels begint de schoonheid van de oudjes ook weer door te dringen. Van de week toeterde opeens Apple Klassiek mijn telefoon binnen. Nieuwe app. Geweldige app, eindelijk een muziekapp speciaal voor klassieke muziek. Even Mattheus ingeven en bingo, op het eerste gezicht tientallen versies en daar staat die ene, al lang kwijt, ooit gehoord en ooit gedacht, ja, zo dus… hou je vast, met Fritz Wunderlich, Peter Pears, Hermann Prey, Elly Ameling, Marga Höffgen en Tom Krause. Karl Münchinger voor het Stuttgarter Kammerorchester en Hymnus-Chorknaben.

Een eerbetoon aan de muziek, misschien geen ingetogen geloofsbelevenis, maar geloof me, in de muziek zit ook veel geloof, dus geniet er ten volle van en kom zo eenvoudig tot het licht, als dat niet,  dan tot de lente in het hart. Jezus heeft het geprobeerd, niet gelukt, nu is het aan ons. De daslook geurt en de Paashaasjes huppelen.

Lente, wie zei daar lente? Juist, bamisoep. Lente in bamisoep. Evenwel wie soep zegt, zegt soepkommen en wie zijn kommen niet op orde heeft die is nog niet aan echte bamisoep toe. Ik dacht wel goed te zitten met twee ruime Chinese kommen, dat bleek echter niet waar. Er pas geen ruimte in en bamisoep heeft ruimte nodig. De soep moet op de bodem van een ruime kom uitgeuren opdat die verlangen opwekt, verlangen en trek. En lust want bamisoep hoort bij lusteten. Zoals spaghettislurpen, wie kan er naar zijn of haar geliefde kijken zonder prikkeling wanneer die zacht de sliert naar binnen slurpt. Ook bamisoep heeft dat. De weldadige geur, de mooie reepjes kip, het hier en daar verdwaalde stukje ei, de damp van de soep die zo mooi op het gezicht neerslaat.

Nieuwe kommen, uit die mega Chinese supermarkt in Hoog Catharijne, laat me er niet los, ik koop sowieso teveel. En nieuwe kommen is alweer zo’n belofte. De belofte van alles wat je er in gaat maken. Natuurlijk, eerst eens snuffelen aan de kom wanneer er nog niets in zit, dan in de hand houden, dan draaien en dan weer vastpakken en je daarna bedenken hoe de geuren hierin zullen draaien. Niet te vol scheppen, alleen dan vormt zich de geurlaag boven de soep. Zoals mist op het land. Bij een volle kom waait het zo weg. Ach, met een beetje fantasie proef je al alles wat er nog komen gaat. Nee, dit is een erwtensoep kom, geen bruine boenen dit is een fijne kom, voor verheven eten, voor schoon eten. Voor heldere bouillon. Knapperige groenten en verre smaken. En taugé en een nestje bami dat je uit de kom slurpt zodat je brillenglazen beslaan.

Nog even, alleen iemand die thuis zit kan dit bedenken: wij dienen ’s morgens te koken. De smaken  voorzichtig piano, piano bijeen brengen, niets hoeft af, maar de aanzet van de smaken mag nu vijf zes uur op je fornuis staan. Rustig weer afkoelen en binden aan elkaar. Vanavond pas het suizend kokend water, de bami er in. De heldere kippenbouillon even later zieden, dan alles, kip, groenten, smaken, ei, taugé en bami bij elkaar en de kom op tafel.  Nee, daar speel ik dan geen Mattheus bij af, die heb ik voor vandaag al uit! Heerlijk, bijna voorjaar.