Bloemkool is een dame. Een zedige dame. In haar mooie groene rok kan ze dagenlang roerloos in de groentenlade liggen. Haar nicht de broccoli is heel anders, die gaat steeds geler liggen blozen, een beetje opdringerig , blote benen en hier ben ik, neem me dan!
Dat laatste is leuk voor haastige mannen maar mannen die van vrouwen houden, houden van bloemkool.
Samen en in goed overleg hielp ik haar uit haar rok. Iets beschaamd hoewel we inmiddels flink vertrouwelijk waren, dook ze in een pan die haar net omvatte. Ze huiverde even van het koude water. Maar al gauw was het niets dan vreugde. Even aan de kook. Meer niet. Haar witte kroon was niet eens in het water geweest, het vocht kwam van drupjes stoom.
Dan uit de pan, uitlekken, beetje gerookte paprika over de witte dame. En flinke slokken zaligverklaarde Griekse olijfolie. Ik legde haar op een ovenschaal. Aan haar voeten een zestal marguezworstjes als dienaren, erbij wat in de lengte doorgesneden puntpaprika, als vermaak. Een flinke scheut gezeefde tomaat, wat zout, wat peper. Wat gedroogde oregano. In de oven was het stevig warm. Ze snapte het wel, ze wierp me een kushandje toe en de deur sloot, een dik uur.
Voor het opdienen nog wat frisse olijfolie over de mooi gebruinde bol bloemkool. In plakken snijden. Paprika en bloemkool, mmm, het was net of ik haar nog even zachtjes hoorde zuchten.
En bloemkool in roosjes slopen? Nooit meer doen. Dat hoort niet bij een dame.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten